Expositie Noordbroek aan zee

Geen mens had het door. Het water steeg en het land bleef zakken. Reeds vér voor de jaartelling moet dit proces aan de kust merkbaar zijn geweest. De vloedlijn drong steeds verder landinwaarts en kustbewoners zagen zich gedwongen om steeds hogerop te gaan om zich te beschermen tegen de winterse vloeden. Rond het jaar duizend legden zij de eerste dijken aan in de hoop zo het water de baas te zijn. Normale eb en vloed konden de dijken net weerstaan, maar ongunstige maanstanden in combinatie met een noordwesterstorm veroorzaakten keer op keer grote rampen.

Ubbo Emmius (1547-1625) stelt dat het ontstaan van de Dollard in 1277 begon met de doorbraken van de dijken langs de Eems. Bij iedere vloed verdween er meer land onder de golven. In 1509 ging het bij de tweede Cosmas- en Damianusvloed helemaal mis. Bij Finsterwolde spoelde een nooddijk weg, de meer dan dertig dorpen van het Reiderland verdwenen onder water en tussen het Duitse Ditzum en het Groningse Termunten was alles ondergelopen.

In Noordbroek stond het water twee keer per dag tegen de Hoofdstraat en meer dan dertig jaar lag het dorp aan zee. Bij iedere eb liet het water een laagje klei achter. Sloten slibden dicht, houtwallen stierven af en de sporen van een eens bloeiende gemeenschap verdwenen onder een steeds dikker wordende laag klei. Uiteindelijk verdwenen in de loop van eeuwen 33 dorpen en twee kloosters onder de vette laag, klei dat vervolgens ook welvaart bracht.

De expositie in de kerk van Noordbroek laat zien hoe stukje bij beetje land boven water is gehaald. Ook geeft het een inkijkje in wat er gebeurt mocht het water weer extreem hoog stijgen.

Facebookmail